‘Je wilt weten wat je programma daadwerkelijk met mensen doet’

Met events als het Betweter Festival en Meet the Professor wil de Universiteit Utrecht wetenschap voor een breed publiek toegankelijk maken en de kloof tussen maatschappij en onderzoekers verkleinen. Om te kijken of dat lukt, wordt de impact van de activiteiten gemeten.

Jessie Waalwijk is programmamanager bij het Centrum voor Wetenschap en Cultuur (CWC) van de Universiteit Utrecht. Dat wordt gevormd door het Universiteitsmuseum, Parnassos Cultuurcentrum en het Programmabureau Public Engagement. Jessie leidt de afdeling die publieke evenementen organiseert met als doel wetenschap en samenleving dichter bij elkaar te brengen. Stephanie Helfferich is verantwoordelijk voor het meten van impact van die evenementen. Zij onderzoekt of de gestelde doelen bereikt zijn, bijvoorbeeld of bezoekers zich meer vertrouwd voelen met wetenschap na het bijwonen van een evenement.

Hoe onderzoek je dat?
Stephanie: ‘We gebruiken hiervoor een aantal tools die zijn gemaakt door het Impactlab. Dat is opgezet door twee wetenschappers die onderzoek doen naar hoe je impact kunt meten. Ze hebben een basisvragenlijst gemaakt en een gereedschapskistje samengesteld met verschillende vormen waarin je die vragen kunt gieten. Van uitgebreide surveys op het Betweter Festival tot één-op-één gesprekjes in een wijkbibliotheek na het praatje van een wetenschapper. Soms gaan we uitgebreid op de ervaring in, soms vragen we alleen maar: wat vond je ervan?’

Wat doe je met de antwoorden op zo’n toch vrij algemene vraag?
Stephanie: ‘Die zet ik in een Excelbestand en daar laat ik dan een analysemodel op los, dat in de museumwereld veel gebruikt wordt voor kwalitatief onderzoek. Je turft woorden die vaak terugkomen en categoriseert die. En daaruit kan je dan iets afleiden, bijvoorbeeld of mensen een positieve of negatieve ervaring hebben gehad, en welke woorden daarbij vaak genoemd worden. In dit geval kwam vaak terug dat mensen zich gehoord voelden door wetenschappers. Het handige is dat we bij de universiteit werken, dus er zijn altijd onderzoekers die even met ons mee willen kijken.’

Hebben de uitkomsten van het onderzoek invloed op de programmering?
Stephanie: ‘Ja, soms wel. Een goed voorbeeld is het programma Meet the Professor, waarbij zo’n honderd hoogleraren naar basisscholen in Utrecht fietsen, allemaal in hun toga. Ze geven daar een uurtje les. Doel van het programma is om stereotypes over wetenschap en wetenschappers te verminderen bij kinderen. Dat ze er niet allemaal uitzien als Einstein met ontploft haar en het ook lang niet allemaal oudere witte mannen zijn. Uit de impactmetingen bleek dat het doel van minder stereotiep denken alleen maar werd gehaald als die wetenschappers er divers uitzagen. Sinds vorig jaar nemen de hoogleraren daarom een jonge onderzoeker mee uit hun vakgroep. Ook worden de gezichten die meedoen aan Meet the Professor op een poster gezet die alle scholen krijgen.’

Hoe belangrijk is de impact van een event? Je zou ook kunnen zeggen: als het is uitverkocht, is het goed.
Jessie: ‘Als universiteit hechten we belang aan publieke betrokkenheid, waarbij de activiteiten, resultaten en opbrengsten van wetenschappelijk onderzoek gedeeld worden met een breed publiek. De vraag die daaruit volgt is: hoe effectief is het wat we doen? Dat wisten we niet. Vergroten onze events inderdaad de vertrouwdheid met wetenschap, verkleinen ze de kloof tussen maatschappij en wetenschappers? Om daarachter te komen, moeten we meten. De eerste impactmetingen die we deden, waren voor het Betweter Festival. Daaruit kwam naar voren dat bezoekers zich na het festival meer vertrouwd voelen met wetenschap. Dat gaat dus goed. Er zitten hier programmamakers die al heel lang heel mooie dingen maken, en de zalen zitten vaak vol. Maar je wil daar handen en voeten aan geven door te meten wat het programma daadwerkelijk met mensen doet.’

 

‘Maken onze events de mensen meer vertrouwd met wetenschap? Dat wisten we niet’

 

Zijn jullie programma’s vooral bedoeld voor de inwoners van Utrecht?
Jessie: ‘Het Universiteitsmuseum heeft ook een nationaal bereik. En op het Betweter Festival zien we dat veel mensen uit andere universiteitssteden ons weten te vinden. We maken ook programma’s waarmee we ons specifiek richten op de gemeentes rondom Utrecht, zoals Slimme Gasten. Vijftig “gasten”, jonge onderzoekers, gaan naar evenzoveel basisscholen in de regio om te vertellen over hun onderzoek en de leerlingen wetenschapswijs te maken.’

Doen jullie naast impactmetingen nog ander onderzoek?
Jessie: ‘Met gedragswetenschappers hebben we onderzocht of we mensen konden nudgen om eerder naar een event te komen. Voor een festival is het fijn om de bezoekersstroom te kunnen managen, en spreiding van binnenkomst helpt daarbij. Het bleek dat mensen die voor het event een servicemail kregen met de waarschuwing “als je te laat komt sta je in de rij”, eerder kwamen dan mensen die de waarschuwingsmail niet hadden gekregen.’
Stephanie: ‘En we krijgen tijdens ons impactonderzoek als bijvangst ook vaak praktische informatie voor de programmamakers. Bijvoorbeeld dat de letters van de powerpointpresentatie te klein waren. Dat is ook heel belangrijk om te weten!’

 

Fotografie: Weekend van de Wetenschap Universiteit Utrecht | Lize Kraan

Betweter Festival